Je hebt net beter inzicht gekregen in wat voor soort werkplek bij jouw
past. Bedenk nu eens een situatie van je grootste nachtmerrie van hoe collega’s
met elkaar omgaan. Beschrijf de situatie in maximaal een half A4. Vervolgens beschrijf je
in de conclusie je belangrijkste overtuiging, de kernwaarde. Wat vind jij het
allerbelangrijkste mbt hoe jouw collega’s met jou en met elkaar omgaan? Want
het tegenovergestelde van de nachtmerrie helpt bij het bepalen van het ideale
gedrag dat je in jouw omgeving wenst.
Mijn grootste nachtmerrie is in een omgeving komen waarbij je niet creatief mag zijn en dus alles volgens vooropgestelde regels moet praktiseren. Niet creatief kunnen zijn zit hem wat mij betreft in het werk zelf maar ook in zelf en kleding. Kleding: Dus ergens waar ik een uniform aan moet en niet zelf mag beslissen wat ik aantrek lijkt me ook helemaal niets. Jezelf: opeens super-formeel moeten praten omdat praten alsof je met vriendinnen bent plots af zou doen aan je capaciteiten. Ik ben en praat gewoon liever als mezelf want ik doe het werk nog altijd even goed. Daarnaast een te informele sfeer, in de zin van: We moeten elke vrijdag verplicht borrelen en tussendoor zijn er nog veel groepsuitjes...teveel omgaan met je collega's: niets voor mij. Loyaliteit naar collega's vind ik wel belangrijk. Dus als collega's je niet zouden helpen waar je vastloopt, of vooraf al zien dat je de fout in gaat maar het niet zouden zeggen is ook geen goede werkomgeving voor mij.
Conclusie: Een werkomgeving waar je vooral jezelf kan zijn, op je eigen manier kan uiten en waar je veel vrijheid en zelfstandig hebt.